zondag 5 april 2015

Pasen

De feestdagen waren begonnen met lekkere broodjes, zonnestralen die warm de huiskamer binnenvielen en mijn vriendin die opgewonden voor de tuindeuren stond. Handenwrijvend scande ze leuke plekjes in de achtertuin om de eieren te verstoppen, maar de jongens hadden andere zorgen. Broederlijk zaten ze in pyjama naast elkaar op de bank en staarden naar het televisiescherm. Oudste had het idee opgevat een speler te kopen voor zijn FIFA-team en hij twijfelde over de keeper van Manchester United en een buitenspeler van Borussia Dortmund. Hij wikte en woog als een penningmeester met weinig mogelijkheden: ook in een computerspel kun je het geld maar één keer uitgeven.
"Ik zou gaan voor die vleugelspits. Hij scoort makkelijk," adviseerde jongste, maar zijn broer twijfelde: "Die doelman houdt er wel veel uit."
Nog voordat de transferknoop was doorgehakt, ging de deurbel. Dat kon op zondagochtend maar één ding betekenen: of de jongens mee kwamen doen met een fel partijtje. In twee minuten waren de pyjama's vervangen door voetbalshirts met verbleekte voetbalnamen op de rug en een oude joggingbroek.
Niet geheel okselfris meldden ze zich een uur later weer in de keuken voor een glas ranja. Terwijl ze de zoetstof mengde met water, zag mijn vriendin haar kans schoon. "Zullen we dan nu eindelijk de eieren gaan zoeken?"
"Ik moet de keeper van Manchester United nog kopen," ontweek oudste de voorzet. Hij zette gehaast zijn drinkbeker neer en verdween met zijn broer naar de huiskamer.
In de keuken viel het stil.
"Ik heb verdorie twaalf eieren gekookt," zei hun moeder beteuterd. Ze zat aan de keukentafel als een trotse moederkloek die merkt dat er in het nest geen behoefte is aan dikke regenwormen.
"Geeft niks, mop," zei ik om de situatie en al haar inspanningen te redden. Uit een keukenkastje griste ik een ui en een paar augurken.
"Ik maak er wel een salade van."


Geen opmerkingen:

Een reactie posten