maandag 20 april 2015

Meneer Alzheimer

Het kampioensfeest in Eindhoven leidde bij jongste tot een gevoel van extase, maar bij gebrek aan gelijkgestemden in huis richtte hij zijn vreugde op de enige andere PSV-supporter in de familie: zijn opa.
"Heb je PSV gisteren gezien, opa?!" vroeg jongste zondag, nog op de drempel van het zorgappartement van zijn grootouders.
"PSV?" De drie letters van zijn favoriete voetbalclub trokken bij opa het deksel van een koffer, dat in een stoffig hoekje van zijn geheugen mooie herinneringen bij elkaar hield. Opa rechtte zijn rug, in zijn ogen werd een vuur ontstoken. Zijn kleinzoon, nog steeds op zoek naar een bondgenoot, wachtte met verlangen op een antwoord. Jongste besefte niet dat zijn vraag een oceaan wierp tussen het duinlandschap waarop hij stond en een onbereikbare eiland aan de horizon, zijn grootvader.
Op het strandje van opa rolden geen geluksgolven met rake kopballen van Luuk de Jong, een vrije trap van Depay en PSV'ers die met een selfiestick de ereronde vastlegden. Opa staarde uit het raam, naar een punt in de verte. Hij zag zichzelf staan met een seizoenskaart op de lange L-side, met een broodje kroket van één gulden in de hand, juichend voor een goal van Ralf Edström of een redding van Van Beveren.
"Wie vond jij de beste van PSV, opa?" vroeg jongste nog een keer.
"Willy van der Kuylen," antwoordde opa. Hij aaide zijn kleinzoon over zijn kruin en gooide er een gulle lach achteraan. In tijd lichtjaren van elkaar verwijderd, jongste en opa, maar voor een paar seconden verenigd in liefde voor hun club.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten