donderdag 3 november 2011

Het water van Kameroen

Met grote ogen kijkt de voetballer om zich heen in de aankomsthal van Yaoundé Airport. Vrolijkheid in groen, rood en geel. Afrikanen duwen hun koffers voort op wankele karretjes, er wordt geschreeuwd voor een kiosk, een barretje met kleine kopjes koffie op hoge tafeltjes en een rij mannen met gekke hoedjes op het hoofd die bordjes voor hun jurk houden. Nergens leest hij zijn naam. Links en rechts vallen grote mannen elkaar in de armen. Ze bulderen.
Met een naam als verse boerenkool op een gezellige buurtmarkt is Willie Overtoom teruggekeerd in de hoofdstad van Kameroen. Het land van zijn eerste jeugdherinneringen. In een draagdoek op weg naar de waterput, de warme rug van zijn moeder. Geborgen schommelen onder strak hemelsblauw.
In het land van zijn vader brachten pindakaas en peperkoek hem groot. Op Hollandse klei leerde hij voetballen. Onlangs kreeg de voetbalbond van Kameroen lucht van de handige middenvelder uit de eredivisie en stuurde een uitnodiging. De Heraclied wordt een Ontembare Leeuw.
Met lichte tred veert hij naar de uitgang van de luchthaven. Het rumoer van de aankomsthal diende als voorspel. Een kakafonie van luid toeterende Europese wagens, gillende taxichauffeurs en het geschreeuw van straatverkopers met exotisch fruit en krokodillenleren tasjes over de schouder trekt hem het nieuwe hoofdstuk binnen. De stoplichten van Almelo liggen ver achter hem.
Overtoom zet zijn rolkoffertje op de rand van het trottoir en lacht zijn tanden bloot. Alsof hij opnieuw scheerzalf op zijn wangen smeert in een reclamefilmpje voor Rexona for Men.
“Taxi!”, schreeuwt hij, in de overweldigende chaos. Zijn hand schiet erbij in de lucht, alsof hij nu al juicht om een doelpunt van Eto’o. Willie gaat weer water halen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten