maandag 2 juli 2018

FC de Kampioenen

We eten al weken met het bord op schoot. Dat is hartstikke lekker, met een slavink bovenop een berg aardappelpuree kijken naar de fratsen van Neymar. Of naar die Mexicaanse keeper, met zijn krulletjes en zijn haarbandjes. Als een dameskapper slaat hij de ballen uit zijn doelgebied.
Nee, dit WK is goed te verteren. De enige wanklanken zijn het betonvoetbal van Rusland en commentatoren die voor de 167e keer melden dat Asensio Willemsen een Nederlandse moeder heeft. En René Froger natuurlijk, met zijn eindeloze zoektocht naar een multifocááále bril. Op internet is een inzamelingsactie gestart om zijn ogen dan maar in godsnaam te laseren. Ik heb al een tientje gestort.
Maar met de kwartfinales in zicht verschijnt er ook een andere stip aan de horizon: de vakantie. En meer in het bijzonder waar de reis dit jaar naartoe gaat. Net na de aftrap van Lukaku bij de wedstrijd tegen Japan had mijn vriendin een opvallende voorzet in petto:
“Maar we zouden toch ook naar België kunnen gaan?”
België? Die gaan als een dolle, dit WK. Ze hebben een elftal waar kracht, vernuft en zakelijkheid worden vermengd als wortel, paneermeel en cayennepoeder in een gerecht van Jamie Oliver.
Dat merk je, bij onze zuiderburen.
Door de plotse dadendrang van de Rode Duivels zijn ze zodanig gaan zweven dat ze de gaten in de Rijksweg naar Brussel niet meer voelen. Samson gloeit naast Gert als een hond met zeven lullen en K3 werkt aan een nieuwe kraker:
“Eén, twee, drie, een zoen voor Kompany! Olé, olé, Hazard die krijgt er twee!”
Nee, laten we dat maar niet doen, de WK-titel naar de Belgen. Met hun zure mayonaise.
Duitsland, ja, dat zou kunnen. Door de ineenstorting van Toni Kroos en zijn vriendjes behoort het ineens tot de mogelijkheden, op een terras aan de moezel aan de Bratkartoffeln mit Sauerkraut zitten, naast een gast die Uwe heet. Gewoon een glas Warsteiner erbij. Of Italië. Elke dag een pizza salami, terwijl de Italiaanse vrouwen op hun Vespa’s voorbij zoeven.
“Bene, bene!”
Maar de wedstrijd tegen de Japanners, dus. Even leek het herwonnen zelfbewustzijn in de tweede helft bij de Belgen weg te stromen, maar de match eindigde als een seksles van Goedele Liekens: speel met de ballen, dan komt alles goed.
Na de wedstrijd, toen de ploeg in een kring rondom Lukaku stond, probeerde mijn vriendin het nog een keer:
“Nou, de Ardennen? Wat denk je ervan?”
De Ardennen? Eerst de kwartfinale tegen Brazilië. Dan praten we verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten