donderdag 5 februari 2015

Achteruitkijkspiegel

Het mooiste moment van de avondtraining met jongste vindt achteraf plaats, het terugrijden naar huis. In mijn autospiegel zie ik hem zitten. Met natte haren staart hij door het zijraampje. Ik weet welke gedachten nu door dat nog rode hoofdje gaan: het doelpunt via de binnenkant van de paal, de passeerbeweging die ineens lukte, de wedstrijd van komende zaterdag.
"Vind je dat ik goed getraind heb, pap?"
De vraag wordt vaak gesteld, eigenlijk altijd. Soms al voordat we in de auto zitten, soms pas de volgende dag, maar jongste vindt het prettig als zijn vader tevreden is.
"Mmm," antwoord ik, terwijl de auto afremt voor het stoplicht. Ik wil tijd winnen. Jongste vond ik vandaag wat dromerig, hij liet zich enkele keren makkelijk aftroeven. Een vader wil dat zijn zoon succes heeft: dat ie de rest met speels gemak passeert en de bal achteloos in de kruising peert. Hem belásten met deze wensdroom is weer een ander punt. Ik besluit om de bal terug te kaatsen.
"Wat vond je er zelf van?" vraag ik.
"Het ging goed. Denk ik. Ik vond het wel goed gaan, hoor."
Als ik de auto voor het huis parkeer is jongste meteen gevlogen. Over de inrit sprint ie naar de achterdeur. "Mama, ik kan nu de Christiano Ronaldo!" roept ie bij binnenkomst. Zijn moeder weet gelukkig dat ie hiermee een actie bedoelt waarbij hij de bal achter zijn standbeen tikt. Met zijn voetbaltas in de hand loop ik achter hem aan.
"Hier, zelf je spullen opruimen," zeg ik. Een beetje streng, op exact dezelfde toon als mijn moeder, lang geleden. Zuchtend pakt jongste de voetbaltas op voor de gang naar de wasmand. Ik kijk hem na en vind het prachtig. Akelig precies zie ik mezelf de trap op gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten