donderdag 1 januari 2015

Nobelprijs

Op nieuwjaarsdag zitten we in een achtpersoons gondel op weg naar een bergtop. Schuin onder ons doemt een zwarte piste op als een onheilspellend kasteel uit de mist. Licht nerveus druk ik mijn billen tegen elkaar, maar oudste heeft andere besognes.
"Ik denk dat ik een spreekbeurt ga houden over skiën."
Ik zie dat oudste in zijn hoofd alle informatie rangschikt. De kleur van de piste, de verschillende liften, het lawinegevaar: alles wordt in een apart hoofdstukje gestopt. Oudste weet wel raad met spreekopdrachten. Zijn laatste ging over de beenamputatie van oma. Met een powerpoint en oma's kunstbeen  ging oudste naar school als Hans Klok naar een illusionistenshow.  De klas had ademloos geluisterd.
In de gondel kijkt jongste op naar zijn moeder. "Ik moet ook nog een spreekbeurt houden. Waar zal ik het over doen, mama?" Mijn vriendin legt uit dat zo'n opdracht over van alles kan gaan. Als je er maar veel over kunt vertellen. En dat je spullen mee mag nemen.
"Over het konijn dan?" vraagt jongste.
"Nou, dat kan. Maar je kunt ook iets kiezen waar de klas weinig van weet."
Jongste krabt onder zijn skihelm. Het is nog verdraaid lastig, zo'n opdracht. 
"Je zou kunnen vertellen over een bedreigde diersoort, een ver land of een belangrijk persoon," gaat zijn moeder verder.
"Een bekend persoon?"
"Ja, iemand die veel voor zijn volk betekent, omdat hij de mensen door moeilijke tijden heeft geleid."
In mijn hoofd passeren Mandela, Einstein, Ghandi, moeder Teresa, maar jongste zit op een ander spoor. Als de gondel in het eindstation arriveert en zijn deuren opent, springt ie er besluitvaardig als eerste uit. 
"Dan doe ik het over Louis van Gaal," zegt ie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten