zondag 7 juli 2019

Hoopvol

De vakantiestemming verdween snel toen we bij Antwerpen een verkeerde afslag namen. Drie foute afbuigingen later stonden we in hartje centrum. Mét caravan. De straten werden krappe steegjes. Op de stoep liepen mannen in wijde gewaden en talibanbaarden. Ik voelde me als een kat in een vreemd broeinest.
“Dat scheldwoord kende ik nog niet,” hoorde ik vanaf de achterbank.
Via de TomTom ontsnapten we aan de as van het kwaad, maar niet aan de fuik nabij Brussel. Uren stonden we op de ring van de Belgische hoofdstad in de file. Dat dáár de Tour de France ging vertrekken, niemand had het ons verteld.
Enigszins murw (denk aan Reinier Paping die in ‘63 de finish bereikt, Wim van Hanegem na een gesprek met Harry Mens, Femke Halsema na een huldiging van Ajax) trok ik tegen het einde van de dag de caravan op ons zomerplekje. De folder beloofde een idyllisch sprookje tussen de heuvels, de werkelijkheid was een helling, schuiner dan een mop van Max Tailleur, zónder tv-aansluiting, en dat met een WK-finale van onze vrouwen in aantocht.
Het buiten koken, máánden naar uitgekeken, bracht geen herstel. We ontsnapten aan een ramp toen, roerend door aubergine en taugé, de steekvlammen als giftongen uit ons gasstelletje staken. Als dode vogeltjes zaten we de dag uit.
Vanmorgen stak ik voorzichtig mijn hoofd uit de caravan. De ochtendzon zette de dennenbomen op de heuvels in een hoopvolle gloed. Ergens achter in mijn brein borrelde traag een spreekwoord omhoog. Iets met regen en zonneschijn. Ik stapte in de vrije natuur en rekte me uitgebreid uit. Toen wist ik het zeker: Mike Teunissen wint de Tour en vandaag worden we wereldkampioen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten