woensdag 26 januari 2011

Titanic

Onze zonen slapen in een stapelbed. Elke avond vindt er in hun slaapkamer een vast bedritueel plaats. Tanden poetsen, pyjama aan en voorlezen uit ‘Kikker en pad’. Als ik de oudste daarna toestop, zet hij uit zichzelf een oud Ajax-liedje in.
“Op een slof en een oude voetbalschoen, wordt Ajax kampioen, wordt Ajax kampioen!”
Nog voordat hij de laatste noot gezongen heeft, neemt zijn broertje in het onderste bed het van hem over.
“Hand in hand, kameraden, hand in hand, voor Feyenoord één. Geen woorden, maar daden, leve Feyenoord één!”
Lang geleden begon het als een grap, inmiddels is het een vast dagelijks ritme. Na de mondhygiëne en het pedagogische voorleesboek, gaan onze jongens pas slapen als de clubliederen van Ajax en Feyenoord gezongen zijn. De teksten kunnen ze dromen.
Laatst, op de dag dat Coen Moulijn overleed, zongen we het ‘Hand in hand’ zelfs twee keer en extra hard. Die steun konden ze wel gebruiken bij Feyenoord, vonden we.
Het verhaal van de ooit zo trotse en grootse club uit Rotterdam-Zuid begint op dat van de Titanic te lijken. Net zo trots en vol vertrouwen begon het schip, groot en sterk, een eeuw geleden aan de grote tocht over de Atlantische oceaan, maar in het hoogmoedige streven de wereld met een snelle reistijd te imponeren, stuitte het op een ijsberg. Het majestueuze schip dat volgens de bouwers onzinkbaar was, maakte steeds meer water en zonk.
Feyenoord won in een ver verleden de Europa Cup 1 en vele prijzen, was een gerespecteerde club met grote spelers als Van Hanegem, Kindvall, Van Bronckhorst en Kuijt. Trainers als Happel en Van Marwijk haalden titels binnen, maar zonder dat het tijdstip precies te traceren valt, is er in Rotterdam onderweg hard tegen een ijsberg aangeschuurd. De club maakt al seizoenenlang water.
Mario Been speelt met verve de rol van de kapitein die nooit zijn schip verlaat. Tegenslagen reigen zich in de Kuip aaneen, hij voelt het water aan zijn lippen staan, maar week-in-week-uit verklaart hij voor de sponsorborden van Studio Sport dat hij zal blijven knokken voor zijn club.
Vanavond bracht ik weer onze jongens naar bed. Het gebruikelijke ritueel: tanden poetsen, pyjama’s aan, voorlezen uit ‘Kikker en pad’. Nog vóór de nachtzoen zette onze oudste zoon ‘Op een slof en een oude voetbalschoen in’, maar toen hij klaar was, bleef het vanaf het onderste bed stil.
“Wat is er, jongen?’, vroeg ik aan de jongste.
“Ik wil geen ‘Hand in hand’ zingen!”, pruilde hij.
“Maar waarom dan niet?”, vroeg ik hem verbaasd.
“Het is stom!”, riep onze zoon en zonder nachtzoen draaide hij zich in slaapstand.
De gifbeker is nog lang niet leeg in de Kuip. Na het overlijden van clubhelden als Fred Blankemeijer en Coen Moulijn, een 10-0 nederlaag tegen PSV, de zuchtende aftocht van Leo Beenhakker en huilende Feyenoord-spelers op het veld na het verlies tegen De Graafschap, heeft onze jongste zoon zijn keuze al gemaakt. Hij keert Feyenoord de rug toe.
Inmiddels bereidt Mario Been zijn spelersgroep voor op de volgende wedstrijd. Steeds minder krachtig houdt hij hen voor strijdbaar te zijn. Het vuur waarmee hij zijn spelers vertelt trots te wezen op het shirt dat ze mogen dragen, verliest elk weekend aan geloofwaardigheid. Het klinkt als het orkest dat doorspeelde op de Titanic, terwijl passagiers in paniek over de railing sprongen, doordat het water het bovendek al bereikt had.
Feyenoord gaat ten onder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten