zondag 18 oktober 2020

Dag 59

Als een dief in de nacht komt het virus dichterbij. Inmiddels heeft ie ons tot op één voordeur genaderd. De buren zitten namelijk sinds twee dagen in quarantaine. We kregen een app van de buurvrouw waarin ze haar positieve test meldde: we zouden haar, de buurman en hun twee jongvolwassen zonen waarschijnlijk weinig zien de komende tien dagen. Hoe voorzichtig de buren ook manoeuvreren, besmetting lijkt deze dagen op fruitvliegjes in de zomer en Martin Meiland op tv: er is geen ontkomen aan. Op de vraag van mijn vriendin of we voor de buren misschien wat boodschappen moesten halen, kwam een geruststellend appje; uit voorzorg waren de kasten al goed gevuld. Ik kan me dat heel goed voorstellen. Tegenwoordig wordt na de mededeling “Ik heb keelpijn” als Pavlovreactie de koelkast gevuld en gaat de voordeur op slot. Het is nog even afwachten, maar ik vrees dat ik er heel goed in ben. Sommigen hebben het talent om een vol café te entertainen of om een Noorse wintertrui te breien met de Friese doorloopsteek; ik ben huiselijker dan een sanseveria op de vensterbank in een jaren- zeventig-doorzonwoning. Ja, ik verwacht dat we ons met zijn vieren wel zullen redden als die sluipmoordenaar ook bij ons aanklopt. De ochtendkrant met een verse kop koffie, een wasje draaien, een beetje schrijven, een mootje zalm in de pan, een potje scrabble met de jongens; ik geloof dat ik me wel zou redden. En Fox natuurlijk, lekker de kop in het zand steken met een mooie voetbalwedstrijd en de rest van het televisieaanbod. Martin Meiland, die een bloedserieuze situatie als een struisvogel wegschettert: “Meid, wat éééénig!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten