zondag 26 maart 2017

De wetten

Nee, ik had het al snel door, daar in dat naargeestige Vasil Levski-stadion. Van het spel van Oranje moesten we het niet hebben. Daarom wipte ik steeds naar het puntje van mijn stoel als de Nederlandse dug-out in beeld kwam. Bondscoach Danny Blind beleefde daar zijn eigen Waterloo. Met zijn aantekeningenmap op schoot zat hij erbij als de professor quantumfysica die net vanuit de collegezaal een dodelijke vraag op zich afgevuurd zag worden:
"Maar meneer, u vergeet de Wet van Wilson. Het antwoord is niet 7, maar 314."
Jongste had weinig last van De Ondergang Van Het Nederlandse Voetbal. Met zijn voetjes op tafel, een prettig kussentje in zijn rug en een bakje paprikachips in de hand, voorzag hij het koningsdrama op het veld luchtig van commentaar.
"Goh, ze zijn een beetje te slap begonnen, hè pap?"
Meneer gooide even de Wet van Jaap Stam op tafel. De woorden waarmee hij en zijn ploegmaten die zaterdagochtend hun jeugdwedstrijd hadden verkwanseld. Nee, echt gezellig werd het niet, met zijn allen bij de buis.
Vanmorgen trof ik oudste en jongste opnieuw op de bank, toen ik beneden kwam. In pyjama, onderuit op de bank, de televisie op zo'n Nickelodeon-zender met een stompzinnige lachband als er niets te lachen valt en zeker niet op zondagmorgen, als mijn geliefde Nederlandse elftal op Titanic-achtige wijze op de bodem van de oceaan is terecht gekomen.
"Hup! Je kent de afspraak! 's Morgens eerst oefenen voor je typediploma!" snauwde ik, iets te chagrijnig. Maar oudste was niet onder de indruk.
"Ik heb het typen vanmorgen gemist, pap, vannacht is de klok een uur vooruit gezet."
Met de Wet van Humor brak oudste de zondag open.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten