maandag 25 april 2016

Inenten

Oudste sprak natuurlijk uit ervaring.
"Die negenjarigenprik? Stelt niets voor!"
Maar nu jongste die leeftijd bereikt had, was ie er niet gerust op. In de kleedkamer bij de F'jes had hij het verhaal opgevangen dat een jongen bij de aanblik van de spuit gillend de dokterspost verlaten had en er gingen geruchten dat er soms wel twee keer geprikt moest worden.
"Onze keeper krijgt woensdagmiddag dat spuitje," zei jongste 's morgens aan het ontbijt tegen zijn moeder. Hij vertelde het met de opluchting van de soldaat die niet opgeroepen wordt voor het oorlogsfront.
"Oh," zei zijn moeder met een cracker in haar mondhoek. Dat de brief met zijn oproep voor dezelfde woensdagmiddag al weken op de kast lag, zei ze er niet bij. Moeders hebben veel kwaliteiten, de juiste timing van een slechtnieuwsgesprek is er één van. Het zorgde ervoor dat jongste onbevangen de dagen voor de woensdag doorkwam. Hij ging fluitend naar school, op bezoek bij opa en oma en naar een verjaardagspartijtje met enge dieren. Enthousiast vertelde ie over de vogelspin die over zijn arm kroop en de boa constrictor om zijn nek. Van de inktzwarte wolk die boven hem hing, had ie geen weet.
Het bericht dat óók hij naar het front moest, bracht mijn vriendin pas op woensdag, toen jongste uit school kwam. "Het stelt echt niet voor," zei oudste nog een keer, terwijl hij zijn broodtrommel uit de rugzak haalde. 's Avonds, aan tafel werd ik bijgepraat. Over zijn keeper bij de F'jes die vlak vóór hem het kamertje ingeroepen werd en er een paar minuten later weer uitkwam met het gezicht van een loterijwinnaar. Dat jongste de andere kant op keek, toen de injectienaald als het zwaard van Damocles naast hem zweefde. En dat hij na twee seconden alsnog naar de onheilsplek op zijn arm keek, verwonderd over de snelheid waarmee het karwei geklaard was.
Een dag later liepen ze samen naar de donderdagavondtraining, jongste en zijn keeper. Als stoere zeevaarders die zojuist een stuk van de wereld veroverd hadden, namen ze de week door. "Die negenjarigenprik? Stelt helemaal niets voor." Achter hen liep een ploeggenoot met een bleek gezicht. Hij reageerde niet.
Hij moest nog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten