woensdag 6 mei 2015

Vallen

Iedereen had het over Messi. De nieuwslezer van het journaal op de radio, de buurman die de takjes van zijn auto veegde, het meisje in de winkel dat mij de broden overhandigde. Zelfs de oude dame in de rij bij de kassa met een chihuahua op de arm (ik zag meer een rozenkweker in haar of een lid van het sudokumarathoncomité in Bloemendaal), raakte niet uitgepraat over de wijze waarop Lionel Messi gisterenavond Bayern München elimineerde in de halve finale Champions League.
"Dat stiffie!"
Ik zat met mijn gedachten meer bij Boateng. Jérôme Boateng, de centrale verdediger van de Duitsers, de reus, de bootwerker, de marinier in het elitecorps van generaal Guardiola. Het was geen vallen meer wat hij daar deed, in de 80e minuut, toen Messi op hem af dribbelde en de bal afkapte.
Vallen, dat is alledaags. Je blijft hangen achter een drempel, stoot je knie en vloekt een keer. Je mist de laatste trede van de trap of de rechtsback weet met een uiterste sliding jou de bal te ontfutselen. Je verliest je evenwicht en met een mooie koprol bezweer je de zwaartekracht. Vallen is als koffie zetten, de bloemen water geven, een dagje naar het strand.
Wat Jérôme Boateng deed, vlak voor de Argentijn met een wippertje het tweede doelpunt aantekende en heel Nou Camp als een mantra zijn naam scandeerde, had niets met vallen te maken. Het leek nog het meest op beelden vanuit de oude Sovjet-Unie, na de val van de communisten. Ze roken de verandering, de Russen. Massaal gingen ze de straat op, en ademden diep de verse lucht in hun longen. Daarna gooiden ze een lang touw over het standbeeld van hun oude leider en samen, schouder en schouder, trokken ze tergend langzaam het verleden naar beneden. Boateng viel als Lenin van zijn sokkel.

dinsdag 5 mei 2015

Galliërs

Het voetbalveldje op de camping in Nommerlayen bleek vol met gaten en hoog gras, maar oudste en jongste hadden al snel een betonnen pleintje gevonden met twee doeltjes. Toen ook twee andere jongens zich meldden begon een partijtje twee-tegen-twee. Het ging mooi gelijk op, maar oudste liet zich voor het doel enkele keren makkelijk passeren. Aan de zijlijn, met mijn billen op een ongemakkelijke rots, voelde ik de jeugdtrainer in mij naar boven borrelen:
"Meer op je voorvoeten staan, dan ben je wendbaarder!" hoorde ik mezelf roepen.
Bij de stand 4-4 stond ineens een opvallende knaap langs de lijn. Dure gympen, het haar strak naar achteren gekamd, de borst vooruit. Zoals hij op het schoolplein gewend was, nam het binkie meteen de regie in handen.
"Hé!" riep ie met een hoofdknik naar de voetballers, "Ik doe ook mee!"
Oudste, jongste en de twee tegenspelers lieten, met het zweet op het voorhoofd van het pittige potje, de bluf gelaten over zich heen komen.
"Okay, doe maar met hén mee," zei oudste, terwijl hij naar de overkant wees. Zijn baltechniek laat veel te wensen over, aan zelfvertrouwen heeft hij geen gebrek. Het binkie nam direct het initiatief. Hij eiste de bal op, negeerde opzichtig zijn medespelers en voerde uitdagend allerlei schijnbewegingen uit. In alles straalde hij uit: ook dit veld ga ik veroveren, maar jongste was niet zo onder de indruk. Met een snelle beweging van zijn voetzool veroverde hij de bal, tikte hem langs de ene kant van het binkie om zelf langs de andere kant te glippen.
Met de blik van Julius Ceasar die verslagen wordt door een klein dorpje dat dapper weerstand blijft bieden, keek het binkie achterom, waar hij zag hoe jongste rustig binnentikte. Oudste vond de tuchtiging nog niet genoeg.
"Kijk, je moet meer op je tenen staan, dan ben je wendbaarder," zei hij, maar Julius negeerde oudste die op zijn voorvoeten een jeugdtrainer nadeed. Met bekraste ziel verliet hij het slagveld, waarschijnlijk op zoek naar de tafeltennistafel, het springkussen of een andere plek waar jongeren zijn keizerlijke kwaliteiten wél op waarde zouden schatten.

zondag 3 mei 2015

Ondeugend

Van Luxemburg zie je vaak alleen de snelweg op doorreis naar Zuid-Europa, maar in de meivakantie namen we er een afslag voor een kampeerweek. De glooiende natuur bleek er prachtig, de brandstofprijzen ook. De euro's die we bij het eerste de beste benzinestation bespaarden, gaven we uit in de broodjeshoek van de pompwinkel. Met een grote fles in haar hand vroeg het meisje of we mayonaise op de broodjes kaas wilden.
"Goh, gaat dat zó in Luxemburg?" stelde oudste verlekkerd vast.
Dat het nog spannender kon, merkte ik toen we ons nestelden aan de enige tafel in de snackhoek die voor een grote lectuurwand stond opgesteld. In een nanoseconde scande ik op de onderste rijen de kranten en puzzelboekjes. Ook het middensegment met glossy's had ik zo doorzocht, maar mijn blik bleef als een vishaak steken bij de bovenste plank waar een lange galerij met mannenblaadjes was neergelegd. Terwijl om mij heen de broodjes gezond mét mayonaise in monden verdwenen, vochten vanaf de voorpagina's talloze naakte vrouwen om mijn aandacht. Een strijd die werd gewonnen door een blondine die me ondeugend aankeek en schaamteloos met twee vingers de lipjes tussen haar dijbenen spreidde.
"Lekker!" zei mijn vriendin, een halve meter lager. Ze bedoelde haar broodje.
Ongemakkelijk verschoof ik mijn billen op de stoel.
"Eh, ... wat gaan we als eerste op de camping doen?" vroeg ik aan de jongens.
"Voetballen!" riep jongste enthousiast, maar mijn afleidingsmanoeuvre was niet aan oudste besteed. Als een toeschouwer bij een boeiende tenniswedstrijd gleden zijn ogen over de bovenste plank van links naar rechts.
"Goh, gaat dat zó in Luxemburg!" zei hij voor de tweede keer in vijf minuten. Zijn moeder draaide zich om, het hoofd van jongste zwenkte omhoog. Beiden keken nu recht in het broodje warm vlees van de blondine.
"Dat is een vagina," zei oudste ter verduidelijking. De jongens gingen nu de meisjes af als marmotjes in een dierenshop.
"Deze is schattig!"
"Tjonge, die heeft grote!"
"Wat een gekke knieën!"
"Zij heeft mooie ogen!"
Een kwartier later verlieten we het benzinestation. In de auto gloeide de anatomische les nog na. Met blozende kaken zette ik koers naar de camping.
"Ik hoop dat er een voetbalveldje is," zei jongste vanaf de achterbank.
Gelukkig, zijn prioriteiten waren weer snel op orde.